Examples of using "Viendrez" in a sentence and their dutch translations:
- U komt volgende week donderdag.
- Jullie komen volgende week donderdag.
We hopen dat veel van jullie zullen komen.
- „Wanneer komen jullie?” — „We komen de volgende maand.”
- „Wanneer komt u?” — „We komen de volgende maand.”
- Ik hoop dat je zult komen.
- Ik hoop dat u zult komen.
- Hoe laat kom je?
- Hoe laat komt u?
Wanneer gaat u komen?