Examples of using "Sourd" in a sentence and their dutch translations:
Tom is doof.
Ik ben doof.
- Ben je doof of zo?
- Ben jij doof of zo?
Hij was ook doof.
Ben je doof?
Ik ben niet doof.
Ik ben doof.
Ik weet dat Tom doof is.
Ben je doof?
Ben je doof?
De wijze is vrij van ieder vooroordeel.
Ik ben niet doof.
Ben je doof?
Een cochleair implantaat bestaat uit een prothese in het binnenoor die doven kan doen horen.
Wijsheid is nodig om wijsheid te verstaan: muziek bestaat niet voor een doof publiek.
De volgende dag riep de dove, terwijl hij de binnenplaats over rende, naar haar: "Als u iets nodig heeft, moedertje, neemt u het maar!"
Als iemand die Engels spreekt merkt dat een buitenlander met wie hij praat een van zijn zinnen niet begrijpt, dan herhaalt hij het, op dezelfde manier, maar harder, alsof de ander doof is. Het komt aldoor niet bij hem op dat de woorden die hij gebruikt wellicht te moeilijk zijn, of dat zijn uitdrukking wellicht op meerdere manieren door een buitenlander opgevat kunnen worden en dat hij het beter op een makkelijkere manier kan verwoorden. Het resultaat is niet alleen dat de ander het nog steeds niet begrijpt, maar ook geïrriteerd raakt omdat hij als dove behandeld wordt.