Examples of using "Serai" in a sentence and their dutch translations:
Ik zal er zijn.
Ik zal aardig zijn.
Morgen ben ik er niet.
Ik zal u als gids dienen.
Ik zal er zijn.
Ik zal eerlijk zijn.
Ik zal vrij zijn.
Ik word dokter.
Je weet waar ik zal zijn.
Ik zal boos worden.
- Morgen ben ik er niet.
- Morgen zal ik afwezig zijn.
Ik zal heel voorzichtig zijn.
Ik zal er morgen zijn.
Ik zal bij me thuis zijn.
Ik kom maandag.
Ik zal er altijd voor u zijn.
- Volgende keer ben ik er klaar voor.
- Volgende keer zal ik er klaar voor zijn.
- Zal je nog van me houden als ik oud ben?
- Zult u nog van me houden als ik oud ben?
Ik zal haar met plezier helpen.
Ik zal een braaf meisje zijn.
Ik ben zo terug.
Ik zal telefonisch bereikbaar zijn.
Ik ben zo terug.
Ik zal jouw grootste nachtmerrie zijn.
Ik blijf tot Kerstmis weg.
- Ik zal uw eerste patiënt zijn.
- Ik zal je eerste patiënt zijn.
Ik kom graag.
Ik zal in mijn kantoor zijn.
Ik ben morgen niet vrij.
Ik zal niet te laat komen.
Ik zal nooit jullie vriendin zijn.
Als je glimlacht, zal ik gelukkig zijn.
Vanmiddag ben ik vrij.
- Ik zal 's morgens thuis zijn.
- Morgen ben ik thuis.
Ik zal 's morgens thuis zijn.
Over tien minuten ben ik vrij.
- Ik kom er onmiddellijk aan.
- Ik kom zo.
Ik zal reeds vertrokken zijn wanneer jij terug komt.
Ik beloof je dat ik stil ben.
Ik zal nooit meer jong zijn.
- Ik ben terug voor Kerstmis.
- Ik zal terug zijn voor Kerstmis.
Ik blijf hier tot tien uur.
- Om zeven uur zal ik weer daar zijn.
- Om zeven uur zal ik weer hier zijn.
Als ik later groot ben, wil ik koning worden.
Ik ben zo terug.
Ik hoop dat ik voor de bruiloft word uitgenodigd.
Ik zal jouw uitnodiging graag aannemen.
Ik ben over tien minuten terug.
Ik ben binnen twee uur terug.
Ik zal daar om vijf uur ‘s middags zijn.
Ik beloof dat ik hier morgen zal zijn.
Ik ben tegen negen uur terug.
Om zes uur ben ik terug.
Over een week ben ik in Engeland.
Ik zal me verontschuldigen.
Ik ben over een uur terug.
Ik zal hier zijn.
- Geloof mij. Ik word een nieuwe mens.
- Geloof mij. Ik word een nieuwe man.
Ik zal deze namiddag bezet zijn.
Ik ben zo terug.
Ik bel je van zodra ik in de luchthaven ben.
Ik zal er wel zijn.
Maak je geen zorgen! Mijn lippen zijn verzegeld.
Ik zal jouw leraar zijn.
Als ik groter ben, dan wil ik met Tom trouwen.