Examples of using "Honnête" in a sentence and their dutch translations:
Wees eerlijk.
- Hij lijkt eerlijk te zijn.
- Het lijkt dat hij eerlijk is.
Hij lijkt eerlijk te zijn.
Ik ben eerlijk.
Ik zal eerlijk zijn.
De jongen is heel eerlijk.
Hij is arm, maar eerlijk.
We denken dat hij eerlijk is.
Bill is altijd eerlijk.
Ik geloof dat je eerlijk bent.
Hij lijkt eerlijk te zijn.
Hij is heel eerlijk.
- Hij lijkt eerlijk te zijn.
- Het lijkt dat hij eerlijk is.
Lieg niet. Wees eerlijk.
Ze geloven dat Jane eerlijk is.
Ik denk dat ze eerlijk is.
Hij is arm, maar eerlijk.
Een man moet eerlijk zijn.
De jongen is heel eerlijk.
Ik ben een eerlijk mens.
We denken dat hij eerlijk is.
Is je bankier eerlijk?
Ik ben eerlijk tegen je.
Ik beschouw haar als een fatsoenlijke vrouw.
Steek eens in alle eerlijkheid je hand op
Ik mag Tom, omdat hij eerlijk is.
Hij moet een eerlijk man zijn.
Ik denk dat hij een eerlijk iemand is.
Hij lijkt mij eerlijk.
- Als u eerlijk bent, dan neem ik u aan.
- Als je eerlijk bent, dan neem ik je aan.
Hij moet een eerlijk man zijn.
Ik mag hem omdat hij eerlijk is.
Ik weet dat Johan eerlijk is.
Ze geloven dat Jane eerlijk is.
Een eerlijk man steelt nooit geld.
Ik denk dat dat een oprechte vrouw is.
Wij denken dat Tom een eerlijk man is.
Ik ben niet eerlijk geweest tegen Tom.
Deze politiek is helemaal niet eerlijk.
Deze autoverkoper is niet eerlijk.
Deze autoverkoper is niet eerlijk.
maar je moet eerlijk tegen jezelf zijn.
Ik zal je eerlijk zeggen: ik heb geen doelen,
Ze is niet alleen aardig, maar ook eerlijk.
Als we het probleem dus herformuleren op een meer realistische manier
De werkelijkheid heeft één probleem: ze is altijd waar.
- Voor zover ik weet is hij een eerlijk man.
- Bij mijn weten is hij eerlijk.
Ik zou willen dat hij eerlijker was en niet zo achterbaks deed.
Ze is niet alleen aardig, maar ook eerlijk.
Hij is eerlijk en vlijtig, maar zijn broer is helemaal het tegenovergestelde.
Voor wie je ook stemt, zorg ervoor dat hij eerlijk is.
genaden, om eerlijke, botte spraak en om altijd oude kameraden te helpen.
Wees eerlijk.
En zo zien jullie, vaders en moeders, de onmisbare verplichting die op jullie rust om heel goed voor jullie kinderen te zorgen. Leer hun goede gewoontes, onderricht hen in hun jonge jaren, voed hen op in Gods vreze, leid hen op om hun plicht tegenover hun naaste te vervullen, leer hun de regels van het fatsoen en laat hen die in praktijk brengen, laat hen niets overslaan, wijs hen terecht als ze verzaken, maar berisp hen niet met verbittering, uit vrees dat ze u zullen afstoten en er geen nut uit zullen putten. Dankzij deze opvoeding, zullen ze een goede en eerlijke aard hebben, en hoe zachtaardig hun zielen ook mogen zijn, ze worden beslist wreed als jullie ze in hun jeugd veronachtzamen.