Translation of "Pourra" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Pourra" in a sentence and their dutch translations:

On ne pourra plus reculer.

Daarna zitten we eraan vast.

Betty pourra venir avant midi.

Betty zal voor de middag kunnen komen.

Je pense que Tom pourra aider.

Ik denk dat Tom kan helpen.

Advienne que pourra, je ne changerai pas d'avis.

- Wat er ook gebeurt, ik zal niet van mening veranderen.
- Wat er ook gebeurt, ik zal niet van gedachten veranderen.

Tom ne pourra pas être là ce soir.

Tom gaat het niet halen vanavond.

Personne ne pourra m'empêcher de parler de Marika.

- Niemand zal me kunnen stoppen om over Marika te praten.
- Ik zal me door niemand laten weerhouden om over Marika te spreken.

- Tom pourra venir, demain ?
- Tom, tu pourras venir, demain ?

Tom, kun je morgen komen?

C'est ainsi qu'on pourra commencer à faire évoluer la technologie informatique

We kunnen dan computertechnologie ontwikkelen

Plus vite on trouvera ces créatures, plus vite on pourra remplacer l'antivenin.

Hoe eerder we deze wezens vinden... ...hoe sneller we de levensreddende antistoffen kunnen vervangen.

Je ne sais pas si on pourra aller à Boston pour Noël.

Ik weet niet of we met Kerstmis naar Boston kunnen komen.

Ça se réchauffe déjà, et on ne pourra pas survivre ici bien longtemps.

Het wordt al warmer... ...en we houden het hier niet veel langer uit.

- Nous vous contacterons dès que possible.
- On te contactera dès qu'on le pourra.

We laten je zo snel mogelijk iets weten.

Je ne pense pas que Tom pourra un jour se permettre d'acheter une maison.

Ik denk niet dat Tom het zich ooit zal kunnen veroorloven om een huis te kopen.

Il commence déjà à faire chaud, et on ne pourra pas survivre ici bien longtemps.

Het wordt al warmer... ...en we houden het hier niet veel langer uit.

- Advienne que pourra, je ne changerai pas d'avis.
- Quoi qu'il advienne, je ne changerai pas d'avis.

- Wat er ook komen mag, ik zal mijn mening niet veranderen.
- Wat er ook gebeurt, ik zal niet van gedachte veranderen.

Et on ne pourra pas survivre ici bien longtemps. On doit se dépêcher de trouver d'autres bestioles.

...en we houden het hier niet veel langer uit. We moeten opschieten en meer beesten vinden.

- Je pense que Tom pourra aider.
- Je pense que Tom peut aider.
- Tom peut aider, selon moi.

Ik denk dat Tom kan helpen.

Il y a quelque chose en bas. Ça brille. Le problème, c'est que l'hélico ne pourra pas atterrir.

Ik zie daar iets. Ik zie het glinsteren. Het probleem is dat de helikopter niet zal kunnen landen.

- Advienne ce qui peut, j'y suis préparé.
- Quoi qu'il advienne, j'y suis préparé.
- Advienne que pourra, j’y suis préparé.
- Quoi qu'il advienne, je suis prête.

Wat er ook gebeurt, ik ben voorbereid.

- Advienne que pourra, je ne changerai pas d'avis.
- Quoi qu'il advienne, je ne changerai pas d'avis.
- Je ne changerai pas d'idée, quoi qu'il se passe.
- Peu importe ce qui arrive, je ne changerai pas d'idée.

- Wat er ook gebeurt, ik zal niet van gedacht veranderen.
- Wat er ook komen mag, ik zal mijn mening niet veranderen.
- Wat er ook gebeurt, ik zal niet van gedachte veranderen.
- Wat er ook gebeurt, ik zal niet van mening veranderen.
- Wat er ook gebeurt, ik zal niet van gedachten veranderen.