Examples of using "Midi" in a sentence and their dutch translations:
Het is middag.
- Ik begin deze namiddag.
- Ik begin vanmiddag.
- Ik begin deze namiddag.
- Ik begin vanmiddag.
Tegen de middag zouden ze moeten aankomen.
Het is bijna 12 uur.
Ze studeren in de namiddag.
Ik begin 's middags.
Het was bijna middag.
- Hij zal deze namiddag komen.
- Hij komt vanmiddag.
Gaat het vanmiddag regenen?
Wat gaan jullie vanmiddag doen?
Gaat het vanmiddag regenen?
Betty zal voor de middag kunnen komen.
Tom zou rond het middaguur moeten komen.
Wat doe je 's middags?
We vertrekken morgen namiddag.
Niet voor morgenmiddag.
Ik heb de hele namiddag geslapen.
- Goedemiddag!
- Goedemiddag.
We vertrekken vanmiddag.
Gewoonlijk eten we lunch om twaalf uur ‘s middags.
Tegen de middag zouden ze moeten aankomen.
- Ik zie je vanmiddag.
- Ik zie u vanmiddag.
Ik ga vanmiddag uit.
- Hij zal deze namiddag komen.
- Hij komt vanmiddag.
Het is namiddag in het Braziliaanse Pantanal.
Vanmiddag gaat het misschien sneeuwen.
Het weer zal vanmiddag mooi zijn.
Laat ons vanmiddag gaan tennissen.
Kom naar me thuis vanmiddag.
- We hebben vanmiddag een afspraak.
- We zien elkaar om 12 uur.
- Ik zie hem morgennamiddag.
- Ik zie hem morgenmiddag.
Ik zou hem morgenmiddag graag willen zien.
Het zal regenen vanmiddag.
Vanmiddag ben ik vrij.
Ik neem morgenmiddag vrij.
Zijt ge bezet morgennamiddag?
Hij mag morgennamiddag komen.
We zouden er om twaalf uur 's middags moeten zijn.
- Hij zal deze namiddag komen.
- Hij komt vanmiddag.
Wat eten we vanmiddag?
De trein zal voor 12 uur aankomen op het station.
- Het was heel heet deze middag.
- Het was vanmiddag erg heet.
Deze namiddag speel ik tennis.
Ik weet waar ze deze namiddag zullen zijn.
Wat eten we vanmiddag?
We eten alle dagen om 12 uur 's middags.
Het is twee uur in de namiddag.
Ik ga vanmiddag Engels oefenen.
Het klimaat in Zuid-Frankrijk is ideaal.
- Ik zal 's middags met mijn vrienden eten.
- Ik zal met mijn vrienden lunchen.
Mijn vader is vanmiddag vrij.
Ik zal deze namiddag bezet zijn.
We gaan om half één samen lunchen.
Deze namiddag zal ze de fiets reinigen.
Ik was de hele namiddag in de tuin.
Ik ben aan het lunchen met mijn zus.
Toen ik wakker werd, was het bijna middag.
Ik denk dat het vanmiddag niet gaat regenen.
Ik denk niet dat het zal gaan regenen vanmiddag.
- Zijt ge bezet morgennamiddag?
- Heb je morgen middag iets te doen?