Translation of "Poire" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Poire" in a sentence and their dutch translations:

Cette poire sent bon.

Die peer ruikt lekker.

Ceci est une poire.

Dit is een peer.

Je mange une poire.

- Ik eet een peer.
- Ik ben een peer aan het eten.

Il mange une poire.

Hij eet een peer.

La poire sent bon.

De peer ruikt goed.

Elle mange une poire.

- Ze eet een peer.
- Ze is een peer aan het eten.

La poire est verte.

Deze peer is groen.

Est-ce que cette poire est verte ?

Is deze peer groen?

Elle a les seins en forme de poire.

Ze heeft peervormige borsten.

Elle a des seins en pomme ou en poire ?

Zijn haar borsten appel- of peervormig?

Toutes les pommes sont parties, mais personne n'a mangé de poire.

Alle appels zijn op, maar niemand heeft een peer gegeten.