Examples of using "Verte " in a sentence and their dutch translations:
Het gras is groen.
De rok is groen.
De berg is groen.
De zee is groen.
De jurk is groen.
- Ik heb een groen shirt.
- Ik heb een groen overhemd.
De tafel is groen.
Deze peer is groen.
Deze teddy is groen.
De groene ster is het symbool van Esperanto.
De heuvel is altijd groen.
Wat symboliseert een groene kaars?
Ze heeft een groen gewaad aan.
...keert een groene schildpad terug...
Is deze peer groen?
Het gras van de buren is altijd groener.
- Het gras aan de andere kant van de heuvel is altijd groener.
- Het gras van je buurman is altijd groener dan het jouwe.
Het gras in het park is groen en mooi.
Zijn soort is bedekt met een blauwachtige of groene huid.
Bedekt onder vers gras dat niet groeit onder het bladerdak van het bos...
Ik heb gehoord dat het gras in Engeland zelfs groen is in de winter.
Elke dag ontmoette ik een jong Engels meisje in de blauwe baai, wier dunne lichaam het blauwgroene water doorkliefde aan mijn zijde. Dit meisje van de wateren, dat Octavia heette, kwam op een dag naar mij toe, vol trots van een zonderlinge visvangst die ze had gedaan. Ze hield een vis in haar witte handen en gaf hem aan mij.