Translation of "Plier" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "Plier" in a sentence and their dutch translations:

- Ne pas plier.
- Ne pas plier !

- Niet vouwen.
- Niet vouwen!

Ne pas plier.

Niet vouwen.

Ne pas plier !

Niet vouwen!

Il suffit de le plier,

Breek hem hier.

Nous devons nous plier aux règles.

- We moeten de regels volgen.
- We moeten ons aan de regels houden.

On doit se plier aux circonstances.

Je moet je aan de omstandigheden aanpassen.

- C'est tordant.
- C'est à se plier de rire.
- C'est hilarant.

- Dat is lachwekkend.
- Dat is grappig.

- Nous devons suivre les règles.
- Nous devons nous plier aux règles.

We moeten de regels volgen.

Je peux placer la paume des mains sur le sol sans plier les genoux.

Ik kan mijn handpalmen op de vloer plaatsen zonder mijn knieën te buigen.