Examples of using "Monter" in a sentence and their dutch translations:
Blijf klimmen.
Blijf klimmen.
- Kan jij paardrijden?
- Kun jij paardrijden?
- Kunt u paardrijden?
Je moet de heuvel op gaan.
Kunt u paardrijden?
- Kunt gij paardrijden?
- Kan jij paardrijden?
- Kun jij paardrijden?
- Kunt u paardrijden?
Kunt u paardrijden?
Kunt gij paardrijden?
Ik kan paardrijden.
Ik wil paardrijden.
De prijsstijging bleef duren.
Ik kan fietsen.
Kun jij paardrijden?
- De kat probeert de boom te beklimmen.
- De kat probeert in de boom te klimmen.
- Paardrijden is erg leuk.
- Paardrijden is bereleuk.
Tom zag Mary de treden op lopen.
Deze fiets is makkelijk om op te rijden.
...of we proberen zo'n grote boom...
- Heb je moeite met traplopen?
- Hebt u moeite met traplopen?
Dat is een hele klim.
We proberen in het touw te klimmen.
Dat ze erop uit kunnen gaan en de wereld kunnen veranderen.
Maak het conflict niet erger dan het al is!
Maar het kan gevaarlijk zijn... ...om in zo'n hoge boom te klimmen.
- Kan jij paardrijden?
- Kun jij paardrijden?
Met de lift kun je zowel omhoog- als omlaaggaan.
Mijnwerkers gebruikten kettingen... ...om rotsen de heuvel op en af te sjorren.
De trein vertrekt over twee minuten. Het is hoog tijd om in te stappen.
Wie durft op een leeuw rijden?
- Paardrijden is erg leuk.
- Paardrijden is bereleuk.
Blijf klimmen.
Mijn armen zijn voor de balans. Met het touw om mijn voet zodat ik me kan opdrukken.
Ik heb leren fietsen toen ik zes was.
Aan boord gaan van een piratenschip kan levensgevaarlijk voor je zijn.
- Stap alsjeblieft hierop en ga dan op deze tafel zitten.
- Gelieve hier op te stappen en dan op deze tafel te gaan zitten.