Examples of using "Midi " in a sentence and their dutch translations:
Wat doe je 's middags?
Waar ga je deze namiddag naartoe?
Ben je vanmiddag vrij?
Ben je vrijdagmiddag vrij?
Ga je vanmiddag je huiswerk maken?
Wat doen jullie vanmiddag op school?
Is er 's middags een vlucht?
Zoudt ge willen naar de zoo gaan deze namiddag?
- Zijt ge bezet morgennamiddag?
- Heb je morgen middag iets te doen?
Wat heb je vandaag voor lunch gegeten?