Examples of using "Méchant" in a sentence and their dutch translations:
Dat was gemeen.
Hij is vies.
Tom is gemeen.
Pas op, de hond bijt!
- Jij bent ondeugend.
- Je bent gemeen.
Pas op, de hond bijt!
Honger maakt een mens kwaad.
Dat was een slecht konijn.
Je bent gemeen.
Jij bent een gemeen persoon.
- Pas op de hond!
- Opgepast voor de hond!
Waarom doe je zo gemeen?
Zijn broer deed gemeen tegen me.
Pas op, de hond bijt!
Ze gaf me het boze oog.
Slechts één nare reactie -- klein bier.'
Dat was een slecht konijn.
Wie is je favoriete schurk in de films?
Het stoute jongetje verdwaalde en keek om zich heen.
Dat was een slecht konijn.
Je bent gemeen.
Jij bent ondeugend.
Waarom doe je zo gemeen tegen mij?
De Aziatische bosduizendpoot is gevaarlijk, maar niet alles is slecht. De Chinese geneeskunde gebruikt het gif bij attaques en huidaandoeningen.