Examples of using "C’était" in a sentence and their dutch translations:
Dat was een slecht konijn.
Dat was een slecht konijn.
Dat was een slecht konijn.
Wat was dat voor een geluid?
Maar wat als ze het wel zijn?
Het was een rustige winteravond.
Ik wist het wel.
Het was liefde op het eerste gezicht.
Ik zei dat alleen maar om te lachen.
Wie is die vrouw met wie je gisteren samen was?
Wat was Toms achternaam?
Het was een mooie zonnige dag.
- De situatie was levensgevaarlijk; het was een kwestie van leven en dood.
- De situatie was extreem gevaarlijk; het was een kwestie van leven en dood.
Als een dommerik iets beschamends doet, zegt hij altijd dat het zijn plicht is.
Hij was een luiaard, die enkel leefde om te eten, te drinken, en kaart te spelen.