Examples of using "Longues" in a sentence and their dutch translations:
Hij heeft lange benen.
Zijn benen zijn lang.
Zijn die straten lang?
- Hij heeft lange benen.
- Zijn benen zijn lang.
Ze heeft lange vlechten.
Konijnen hebben lange oren.
Narwallen hebben lange slagtanden.
Lange rokken zijn in de mode.
Vogels vliegen lange afstanden.
De bladeren van de eucalyptus zijn lang en dun.
Ik hou niet van lange autoritten.
Of zijn ze bezig met kleine afstanden in plaats van grote.
Ze heeft lange armen en benen.
Als hij glimlachte, zagen de kinderen zijn lange grijze tanden.
Een konijn heeft lange oren en een korte staart.
Konijnen hebben lange oren en korte staarten.
Konijnen hebben lange oren.
Deze vleermuizen hebben zich aangepast aan snelle langeafstandsvluchten... ...niet aan luchtacrobatiek.
Ze zetten de winterse uitdagingen naar hun hand... ...en zijn ware meesters geworden van deze lange poolnachten.
Als hij glimlachte, zagen de kinderen zijn lange grijze tanden.