Examples of using "Lapins" in a sentence and their dutch translations:
Tom heeft konijnen.
Konijnen hebben lange oren.
Konijnen houden van wortels.
Kunnen konijnen zwemmen?
Konijnen hebben lange oren.
Konijnen hebben lange oren.
Konijnen eten graag wortelen.
De konijnen staken hun snuitjes uit.
We hebben vier konijnen, één ervan bijt.
De zinnen vermenigvuldigen zich als konijnen. Maar het is goed.
Waarom hebben konijnen lange oren?
Konijnen hebben lange oren en korte staarten.
Ik ben gek op konijnen... met frieten en een goed glas wijn.