Examples of using "Là " in a sentence and their dutch translations:
O jee!
Ben je er?
Blijf hier.
Blijf hier!
- Bent u daar?
- Ben je er?
Waaaa...
- Controleer dat!
- Controleer het!
- Maak dat je binnenkomt.
- Ga erin.
- Ga daarheen.
Leg het daar.
Blijf daar staan.
- Zet het daar maar neer.
- Leg het daar maar neer.
- Plaats het daar.
Wacht daar!
Laat het daar liggen!
Ga daar naar beneden!
Leg het daar neer!
Kijk daar eens!
Ga daarheen.
Daarboven.
Ik ga deze kant op.
Kijk eens.
zelfs daar,
Laten we ze grijpen.
Het is daar.
Kijk daar!
Die daar!
Wees stil.
- High five!
- Geef me de vijf!
Daarheen!
Niet daar.
Laten we daar zwemmen.
Ik ben daar geboren.
Stuur mij naar daar.
Wacht hier.
Blijf hier.
- Die vind ik leuker.
- Die vind ik beter.
Ik wil deze.
Zijn we er allemaal?
Geef mij die maar.
Ze waren allemaal daar.
- Zijn jullie daar geboren?
- Bent u daar geboren?
- Ben je daar geboren?
Hier zie je het.
We kruipen erin.
Kijk, daar.
En dan, bam.
En dan, bam.
En daar is ze.
Wie is daar?
De herfst is begonnen.
Laat dit hier.
Jij blijft daar.
Ik ben daar.
Ik ben daar.
Hallo daar!
Tom zal er zijn.
Hij is hier!
Stop daar.
Ga daar zitten.
Daar, rechtdoor.
Laten we daar zwemmen.
Hij zette zich daar.
Hoeveel waren er?
Wacht daar.
Bent u daar?
- Help me even.
- Help me hier even.
Wie gaat ernaartoe?
Lazer op!
Ja, daar.
Ga uit de weg!
Laten we het daarop houden!
- Ga daarheen!
- Klim er maar op!
Laten we daar naar binnen gaan.
Want het ene moment was je er en het volgende niet meer
Sla ginds rechts af.
- Waar de paus is, is Rome.
- Rome is waar de paus is.
Tom woonde daar.
Hij woonde daar helemaal alleen.
- Waarom ben je er nog?
- Waarom zijn jullie nog steeds hier?
- Waarom bent u nog steeds hier?
- Waarom ben je nog steeds hier?
We zien elkaar daar.
Ik wou dat je hier was.
Ben je daar geboren?
Dat is nu juist het probleem.
Jij kijkt naar die boom.
- Is dat uw paraplu?
- Is dat jouw paraplu?
- Is dat jullie paraplu?
Zijn jullie daar geboren?