Translation of "L'animal" in Dutch

Il mange l'animal.

Hij eet het dier.

L'animal est agressif.

- Het dier is agressief.
- Het beest is agressief.

L'animal est acculé.

Het dier is in het nauw gedreven.

L'animal est apeuré.

- Het dier is bang.
- Het beest is bang.

L'animal mourait de faim.

Het dier verhongerde.

C'est l'animal en moi qui le veut.

't Is het beest in mij dat ernaar verlangt.

Le guépard est l'animal le plus rapide.

- Het jachtluipaard is het vlugste dier.
- De cheeta is het snelste dier.

L'animal qui vit ici ne restera pas longtemps.

En wat hier leeft... ...zal er niet veel langer zijn.

Le guépard est l'animal le plus rapide du monde.

- De cheeta is het snelste dier ter wereld.
- De jachtluipaard is het snelste dier ter wereld.
- Het jachtluipaard is het snelste dier ter wereld.

Le carcajou est l'animal le plus féroce de la planète.

De veelvraat is het wreedste dier van de planeet.

Ils retirent les cornes pendant que l'animal est encore en vie,

Ze verwijderen de hoorn terwijl het dier nog leeft...

Je pouvais voir l'animal grogner. Je me souviens encore de son grognement.

Ik kon het dier zien grommen, ik hoor die grom nu nog.