Examples of using "Immeuble" in a sentence and their dutch translations:
Kijk naar dat rode gebouw.
Kijk naar het grote gebouw daar.
Moet je dat grote gebouw zien.
Is er een lift in dit gebouw?
Het is 'n mooi gebouw.
In dit gebouw woont niemand.
Wonen jullie in dit gebouw?
Het loont zich niet dat oude gebouw te renoveren. Het is beter het af te breken.
Morgen gooi ik voor de lol een watermeloen van het dak van een gebouw van vijf verdiepingen.