Translation of "Dettes" in Dutch

- Tu dois rembourser tes dettes.
- Tu dois solder tes dettes.

- Je moet je schulden aflossen.
- U moet uw schulden aflossen.
- Jullie moeten jullie schulden aflossen.

Comment payerons-nous nos dettes ?

Hoe gaan we onze schulden betalen?

Tom croule sous les dettes.

Tom zit tot zijn nek in de schuld.

Dettes et misère se côtoient.

Schuld en nood zijn buren.

Tom a des dettes de jeu.

Tom heeft gokschulden.

- Il s'endettait.
- Il accumulait des dettes.

Hij maakte schulden.

Nous réclamons le remboursement de vos dettes.

We eisten de terugbetaling van zijn schulden.

Je paierai mes dettes aussi rapidement que possible.

Ik zal zo spoedig mogelijk mijn schulden betalen.

Ses dettes s'élevaient à cinq millions de yens.

Zijn schulden bedroegen vijf miljoen yen.

Celui qui meurt s'acquittera de toutes ses dettes.

Hij die sterft lost alle schulden af.

Je ne paierai pas les dettes de mon fils.

Ik zal de schulden van mijn zoon niet betalen.

- Les promesses sont des dettes.
- Toute promesse est une dette.

Beloftes maken schuld.

Les mains plongées dans les dettes, ils ont continué à labourer

diep in de schulden, maar ploegden vooruit

Nous nous enfonçons de plus en plus dans un abîme de dettes.

We zinken steeds dieper in een moeras van schulden.