Examples of using "Corée" in a sentence and their dutch translations:
Noord-Korea en Zuid-Korea zijn buurlanden.
Ik wil Korea bezoeken.
Ik wil naar Korea gaan.
Deze tv is in Korea gemaakt.
Ik kom uit Noord-Korea.
Noord-Korea is raar.
Is dit jouw eerste keer in Korea?
Mijn grootvader stierf in Korea.
Ik zie jullie in Korea!
Ik wil naar Noord-Korea gaan.
- Seoul is de hoofdstad van Zuid-Korea.
- Seoel is de hoofdstad van Zuid-Korea.
Pyongyang is de hoofdstad van Noord-Korea.
We waren zes jaar daarvoor van Korea naar Argentinië verhuisd.
Japan en Zuid-Korea zijn buurlanden.
Al gauw kregen we berichten van mensen uit Zuid-Korea,
China grenst aan Pakistan, India, Afghanistan, Tadzjikistan, Kirgizië, Kazachstan, Noord-Korea, Laos, Vietnam, Nepal, Bhutan, Myanmar, Mongolië en Rusland.