Translation of "Totuuden" in Dutch

0.011 sec.

Examples of using "Totuuden" in a sentence and their dutch translations:

- Minä tiedän totuuden.
- Tiedän totuuden.

Ik ken de waarheid.

Totuuden hetki.

Het moment van de waarheid.

Hän sanoi totuuden.

- Hij heeft de waarheid verteld.
- Hij vertelde de waarheid.

Sain selville totuuden.

Ik ontdekte de waarheid.

Hoidetaan homma. Totuuden hetki.

Laten we het doen. Het moment van de waarheid.

Ja identiteettini voittaa totuuden.

en mijn identiteit overtroeft de waarheid keer op keer.

Hän kertoi minulle totuuden.

Hij vertelde me de waarheid.

Tom kertoo kyllä totuuden.

Tom zal de waarheid spreken.

Haluaisitko kertoa minulle totuuden?

Wil je dat ik de waarheid vertel?

Jonain päivänä sinä tiedät totuuden.

Eens zult ge de waarheid te weten komen.

Haluan, että kerrot minulle totuuden.

- Ik wil dat je me de waarheid vertelt.
- Ik wil dat u me de waarheid vertelt.
- Ik wil dat jullie me de waarheid vertellen.

Alas on pitkä matka. Totuuden hetki.

Het is hier heel diep. Het moment van de waarheid.