Examples of using "Kyllä" in a sentence and their dutch translations:
Ja.
Ja, zeker.
Op opmerkelijke wijze...
Ja, sir.
- Ja, het doet pijn.
- Ja, het doet zeer.
Ja, twee.
Ja, echt!
Ja.
Het komt wel goed met je.
- Ja, zeker.
- Ja, zeker weten.
Ja, meneer!
- Ja, graag.
- Ja, alstublieft.
Ja.
Jawel.
Socialisme zal zegevieren.
- Tom zal herstellen.
- Tom komt er wel bovenop.
Zij zal begrijpen.
Je gaat een baan vinden.
Ja of neen?
Ja.
Ja, kijk. Zwart.
Heb je het echt opgedronken? Natuurlijk.
Absoluut, heb ik al gedaan.
Tom zal de waarheid spreken.
- Nu breekt mijn klomp.
- Je neemt me in de maling.
- Je houdt me voor de gek.
Ik zou ja hebben gezegd.
Komt tijd, komt raad.
Ja, zo zeg je dat in het Duits.
"Speelt zij tennis?" "Ja."
Tom lijkt veel op John.
Ja, we hebben twee kinderen.
Is dat een ja of een nee?
"Ja, sinaasappelsap graag," zegt Mike.
Ik zag je-weet-wel vandaag op de markt.
"Echt waar?" "Ja, echt."
Op een dag zal je me vergeten.
Ja.
Ja, een weg. Dat betekent beschaving.
Het komt wel goed met je.
- Soms kan hij een vreemde jongen zijn.
- Soms kan hij een rare kerel zijn.
We zullen Tom helpen, maar nu niet.
Helaas is het waar.
Tom is ongetwijfeld een begenadigd spreker.
- Ja.
- Ja!
Helaas is het waar.
Stel alleen vragen die zijn te beantwoorden met "ja" of "nee".
Ik weet dat mijn vader me zal helpen.
Ik hang zo'n 12 meter boven de grond in een klif. Je ziet me wel.
Ik heb liever koekjes of snoep dan alcohol, maar ik drink wel.
Tom zal blijven.
Ja of neen?
- Je kunt het!
- Jullie kunnen het.
Zonder zon zouden we niet kunnen leven.
Ik weet niet of ik dat kan, maar ik zal het proberen.