Examples of using "Voittaa" in a sentence and their dutch translations:
- Wie is er aan het winnen?
- Wie staat er voor?
Ik wil winnen.
De waarheid overwint.
Ik hoop dat Tom wint.
Socialisme zal zegevieren.
de feiten terzijde.
en mijn identiteit overtroeft de waarheid keer op keer.
Ik denk dat Tom zal winnen.
Ik hoop dat Tom wint.
- Heb je gezegd dat ik nooit zou kunnen winnen?
- Hebt gij gezegd dat ik nooit kon winnen?
- Hebt u gezegd dat ik nooit kon winnen?
Wie niet waagt, die niet wint.
Wie niet waagt, die niet wint. Je moet doortastend zijn.
Wie wint de prijs? Dieren zijn niet gelijk.
Niet winnen is belangrijk, maar deelnemen.
Ik ben het levende bewijs dat de dood overwonnen worden kan.
Om te winnen is het nodig om te trainen.
...en wint een kameelspin van een adelaar die net zo statig als dodelijk is?
Het kleine mannetje wint zijn partner. In een lawaaiige wereld loont het soms om stil te zijn.
Je kan me niet verslaan.
Ik ben het levende bewijs dat de dood overwonnen worden kan.