Translation of "Kuolemaa" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Kuolemaa" in a sentence and their dutch translations:

Teen kuolemaa.

- Ik ga dood.
- Ik sterf.
- Ik ben aan het sterven.

Pelkäätkö kuolemaa?

- Ben je bang voor de dood?
- Bent u bang voor de dood?
- Zijn jullie bang voor de dood?

- Etkö pelkää kuolemaa?
- Etkö sinä pelkää kuolemaa?

Ben je niet bang om dood te gaan?

Teenkö minä kuolemaa?

Ga ik dood?

Tom tekee kuolemaa.

- Tom sterft.
- Tom is aan het sterven.
- Tom is stervende.

Hän pelkää kuolemaa.

- Hij heeft schrik om te sterven.
- Hij is bang om te sterven.

He pelkäävät kuolemaa.

Ze zijn bang voor de dood.

Niissä elämää - ja kuolemaa -

Waar leven... ...en dood...

Mietin kuolemaa ja haavoittuvaisuuttani -

Je begint na te denken over je eigen dood en kwetsbaarheid.

Se teki hitaasti kuolemaa -

Ze sterft langzaam...

Kukaan ei voi välttää kuolemaa.

Niemand kan de dood vermijden.

Sota sai aikaan kuolemaa ja tuhoa kaupungissa.

- De oorlog bracht dood en vernietiging teweeg in de stad.
- De oorlog bracht dood en vernieling in de stad.