Examples of using "Sinä" in a sentence and their dutch translations:
- Bloos je?
- Bloost u?
Jij.
Jij geeft leiding aan deze tocht. Jij bepaalt.
Jij bent de baas, jij gaat me me mee. Jij bepaalt.
Jij hebt het voor het zeggen. Jij bepaalt.
Wie heb je ontmoet?
- Waar hou je van?
- Waar houdt u van?
- Waar houden jullie van?
Waar denk je aan?
- Houd je van films?
- Hou je van films?
- Waarom miauw je?
- Waarom miauwt u?
- Waarom miauwen jullie?
Waarom lach je?
Waarom ben je gestopt?
- Jij blijft hier.
- Jij zal hier blijven.
Vind je insecten leuk?
Jij bent de baas.
Jij mag beslissen.
Je probeerde het.
Hé, jij daar!
Domkop!
Luister je?
- Huil je?
- Ben je aan het huilen?
- Bent u aan het huilen?
- Huilt u?
Maak je een grapje?
- Hebt ge geroepen?
- Heb jij geroepen?
- Je viel flauw.
- U viel flauw.
- Jullie vielen flauw.
- En u?
- En jij?
- En jullie?
- Jij idioot!!
- Idioot!
- Stomkop!
- Sukkel!
- Jij ezel!
- Dwaas!
- U eerst.
- Jij eerst.
- Jullie eerst.
- Ga jij maar eerst.
- Je staart.
- Je bent aan het staren.
Waar willen jullie heen?
- Waar wil je heen?
- Waar willen jullie heen?
- Waar wilt u heen?
Rook je?
- Waar kijk je naar?
- Waarnaar kijk je?
- Hoe laat staat gij op?
- Om hoe laat sta je op?
- Waar wacht je op?
- Waar wacht u op?
- Waarop wachten jullie?
Tegen wie had je het?
Van wie heb je dit gekregen?
Je bent nog jong.
Waarom neem je foto’s?
Waar was jij de nacht dat Tom vermoord is?
Hoorde je dat geluid?
Ben jij ouder dan 18 jaar?
- Je deed dat met opzet.
- Je hebt dat expres gedaan.
Jij maakt me gelukkig.
Kent ge de weg?
Het is je gelukt!
Kom op, je kunt het.
Maar jij bent de baas.
Kom op, je kunt het.
Jij bent de baas, vergeet dat niet.
Oké, jij bent de baas.
Je komt met me mee.
Op wie wacht je?
Je hebt de regel gebroken.
- Waar bent u naar op zoek?
- Waar ben je naar op zoek?
- Waar zijn jullie naar op zoek?
- Wat zoek je?
- Je hebt het gedaan!
- Het is je gelukt!
- Je begrijpt het niet.
- U begrijpt het niet.
- Jullie begrijpen het niet.
Studeer je scheikunde?
- Wat heb je gekocht?
- Wat heeft u gekocht?
- Wat hebben jullie gekocht?