Examples of using "Teen" in a sentence and their dutch translations:
Ik doe dit nu.
- Ik zal u gelukkig maken.
- Ik zal je gelukkig maken.
Wat ga ik doen?
- Ik ben mijn huiswerk aan het maken.
- Ik maak mijn huiswerk.
- Ik ga dood.
- Ik sterf.
- Ik ben aan het sterven.
Ik werk.
Ik maak een roerei.
Ik zal het doen.
Ik ga het intellectueel maken.
Ik leg... ...een eenvoudige mastworp.
Ik zal het doen.
Ik doe het onmiddellijk.
Ik zal thee zetten.
Ik maak te veel fouten.
Ik doe het volgende week.
Ik doe het omdat ik het wil.
Ik ben degene die het het snelste doet.
Ik werk zelfs op zondag.
Ik doe het op één voorwaarde.
Ik werk elke dag behalve zondag.
Ik maak een simpele haak... ...van deze veiligheidsspeld.
Wat dacht je ervan als ik dat doe?
Ik zal het morgen doen. Ik beloof het.
Maak u geen zorgen. Ik doe dat wel.
Als je me laat zien hoe het moet, dan doe ik het hoor.
Ik doe het als ze me betalen.
- Het maakt niet uit wat je zegt, ik zal het op mijn manier doen.
- Het doet er niet toe wat je zegt, ik zal het op mijn manier doen.
Ik maak mijn huiswerk, nadat ik televisie heb gekeken.
- Wat doe ik?
- Wat zit ik te doen?
- Wat ben ik aan het doen?
Vandaag werk ik thuis.
De keus is aan jou. Ik doe wat jij wilt. Neem een besluit. Dana wacht op ons.
Ik kook.
Wat wilt ge dat ik doe?
Ik ben bereid alles voor je te doen.