Examples of using "Weaker" in a sentence and their dutch translations:
Zijn invloed in het bestuur nam steeds verder af.
De vijand is zwak geworden.
Ik voel mezelf zwakker worden.
Vrouwen zijn fysiek zwakker dan mannen.
De yen is zwakker dan de dollar.
Ik word zwakker met de hitte die toeneemt.
Hoe ouder we worden, hoe slechter ons geheugen.
Dit maakt hun niet zwakker. Er is geen verschil in gripsterkte.