Examples of using "Really" in a sentence and their dutch translations:
Erg lastig.
"Echt waar?" "Ja, echt."
Oh! Serieus?
- Echt?
- De waarheid?
"Echt waar?"
Echt!
Ze zijn heel lief en bemoedigend
Oh! Serieus?
Dat is echt fantastisch!
Dat is waarlijk indrukwekkend.
- Ik ben echt blij!
- Ik ben echt gelukkig!
Ja, echt!
- Echt? Waarom?
- Echt? Hoezo?
Echt goed!
Echt!
Jongens... serieus?
- Ah, echt waar?
- Ah, echt?
Niet echt.
Wat? Echt?
En dat kan echt heel moeilijk zijn.
Wat? Echt?
Dat is echt bedroevend.
Ik weet het echt niet.
Het is echt gebeurd.
Mijn hoofd doet echt pijn.
- Ik betwijfel het echt.
- Ik twijfel er echt aan.
Ik wil dit echt.
Ben jij het echt?
Ik ben echt kwaad geworden.
- Tom vindt lieveheersbeestjes echt leuk.
- Tom is dol op lieveheersbeestjes.
of eigenlijk overal,
Erg glad.
Dat is echt goed.
Erg bitter.
Het is echt verschrikkelijk.
Oh nee! Echt?
Dat is echt bedroevend.
U bent werkelijk egoïstisch.
Niets doet er echt toe.
Dat is echt stom.
Dat is echt groots.
Ze is echt snel.
- Kun je dat echt?
- Kunt u dat echt?
- Kunnen jullie dat echt?
Het werkt echt.
Het is echt aan het sneeuwen.
Ik ben heel voorzichtig.
Je bent echt walgelijk!
Neen, niet echt.
Hij is stomdronken.
Het is echt gebeurd.
Je stinkt echt.
Je bent echt geweldig.
Het is heel goor.
Dat is waarlijk indrukwekkend.
Het is erg vervelend.
Je bent echt saai.
Ik ben werkelijk onder de indruk.
Het is heel persoonlijk.
Het is echt zeldzaam.
Dat is echt gevaarlijk.
Nee, echt.
Dat spijt me echt.
Het is echt speciaal.
We zijn erg teleurgesteld.