Translation of "Myself" in Dutch

- I cut myself.
- I've cut myself.

Ik heb mezelf gesneden.

- I hate myself sometimes.
- Sometimes I hate myself.

Soms haat ik mezelf.

- I made it myself.
- I did it myself.

Ik heb het zelf gemaakt.

- I've burned myself badly.
- I burned myself badly.

Ik heb mezelf lelijk verbrand.

I love myself.

- Ik hou van mijzelf.
- Ik vind mijzelf leuk.

I cut myself.

Ik heb mezelf gesneden.

I've cut myself.

Ik heb mezelf gesneden.

I hate myself.

Ik haat mijzelf.

I wash myself.

Ik was mij.

I'll drive myself.

Ik zal zelf rijden.

- I am ashamed of myself.
- I'm ashamed of myself.

- Ik schaam me voor mezelf.
- Ik ben beschaamd over mezelf.

- Let me introduce myself.
- Allow me to introduce myself.

Laat me mezelf voorstellen.

- I cut myself shaving.
- I cut myself while shaving.

Ik heb me gesneden bij het scheren.

- I talk to myself.
- I am talking to myself.

Ik praat tegen mezelf.

- I should've introduced myself.
- I should have introduced myself.

Ik had mezelf moeten voorstellen.

- May I introduce myself to you?
- May I introduce myself?

Mag ik mij voorstellen?

Let me introduce myself.

Laat me mezelf voorstellen.

I made it myself.

Ik heb het zelf gemaakt.

I know it myself.

Ik weet het zelf.

I don't like myself.

Ik hou niet van mezelf.

I'm all by myself.

Ik ben helemaal in mijn eentje.

I'll just introduce myself.

Ik zal me even voorstellen.

I did it myself.

- Ik heb het zelf gedaan.
- Ik deed het zelf.

May I introduce myself?

Mag ik mij voorstellen?

I myself saw it.

Ik heb het zelf gezien.

I locked myself out.

Ik sloot mijzelf buiten.

I'm ashamed of myself.

Ik schaam me voor mezelf.

Sometimes I hate myself.

Soms haat ik mezelf.

I talk to myself.

Ik praat tegen mezelf.

I don't hate myself.

Ik haat mezelf niet.

I'll never forgive myself.

Ik zal het mij nooit vergeven.

I cut myself shaving.

Ik heb mij verwond bij het scheren.

I don't love myself.

Ik hou niet van mezelf.

I turned myself in.

Ik gaf mezelf aan.

I've burned myself badly.

Ik heb mezelf lelijk verbrand.

I traveled by myself.

Ik reisde alleen.

I can defend myself.

Ik kan mezelf verdedigen.

- I constantly talk to myself.
- I talk to myself all the time.

Ik praat constant met mezelf.

- I hate myself because I'm ugly.
- I hate myself because I'm awful.

Ik haat mezelf, omdat ik lelijk ben.

- Next time, I'll do it myself.
- Next time I will do it myself.
- I will do it by myself next time.
- I'll do it by myself next time.

- De volgende keer doe ik het zelf.
- De volgende keer zal ik het alleen doen.

And I continuously asked myself,

en ik vroeg me constant af

I didn't make it myself.

Ik heb het niet zelf gemaakt.

I know myself very well.

- Ik ken mijzelf heel goed.
- Ik ken mezelf erg goed.

I constantly talk to myself.

Ik praat constant met mezelf.

I made this clothing myself.

Ik heb dit kledingstuk zelf gemaakt.

I can handle Tom myself.

- Ik kan Tom zelf wel aan.
- Ik kan Tom alleen wel aan.

I'm beside myself with joy.

Ik ben dolblij.

I submitted the application myself.

Ik heb de aanvraag zelf ingediend.

I'm teaching myself to juggle.

Ik leer mezelf jongleren.

This time I've outdone myself.

Dit keer heb ik mezelf overtroffen.

Don't leave me by myself!

Laat me niet alleen!

I enjoyed myself last night.

Het was leuk gisteravond.

I am ashamed of myself.

- Ik schaam me voor mezelf.
- Ik ben beschaamd over mezelf.

I like walking by myself.

- Ik ga graag alleen te voet.
- Ik wandel graag alleen.

How can I protect myself?

Hoe kan ik mezelf beschermen?

I can barely control myself.

Ik kan mezelf nauwelijks onder controle houden.

I couldn't make myself understood.

Ik kon mij niet verstaanbaar maken.

I'm very ashamed of myself.

Ik ben beschaamd over mezelf.

I never swim by myself.

Ik zwem nooit alleen.

I didn't do that myself.

Ik deed dat niet alleen.

I made this dress myself.

Ik heb deze jurk zelf gemaakt.

I'm not myself a journalist.

Ik ben zelf geen journalist.