Examples of using "Decision" in a sentence and their dutch translations:
Lastige afweging. Het is jouw beslissing.
Lastige beslissing.
Tijd voor een beslissing.
Goede beslissing.
- Ik heb een beslissing getroffen.
- Ik heb een beslissing genomen.
Het is niet jouw beslissing.
Dit is niet mijn beslissing.
Neem een beslissing!
- Ik heb mijn besluit genomen.
- Ik heb een beslissing getroffen.
- Ik heb mijn beslissing genomen.
- Ik heb mijn besluit genomen.
Ik heb een beslissing getroffen.
Het besluit lag aan jou.
Snel beslissen. Kom op.
Snel beslissen. Kom op.
Alain nam een beslissing.
- Ik heb mijn beslissing genomen.
- Ik heb een beslissing getroffen.
Het was zijn beslissing.
Dat is zijn beslissing.
Tom nam een beslissing.
Deze beslissing is onherroepelijk.
- Beslis zelf!
- Bepaal zelf!
- Besluit zelf!
Ik wacht op uw beslissing.
Ik betreur deze beslissing.
- Ik heb een beslissing getroffen.
- Ik heb een beslissing genomen.
Dit is mijn beslissing.
- Ik heb een beslissing getroffen.
- Ik heb een beslissing genomen.
Ik ondersteun die beslissing.
Het is niet jouw beslissing.
Dat was jouw beslissing.
Dit is niet mijn beslissing.
- Dat is een wijs besluit.
- Dat is een verstandig besluit.
Ik heb mijn besluit genomen.
Wat heb je besloten?
De beslissing is nog niet zeker.
Wie niets beslist, beslist verkeerd.
We moeten een beslissing nemen, en snel.
Heb je een besluit genomen?
De beslissing is nog niet zeker.
- Ik heb mijn beslissing genomen.
- Ik heb mijn besluit genomen.
- Mijn besluit staat vast.
Zelfs deze beslissing was ingewikkeld.
Je moet een beslissing nemen.
"Dit was een willekeurige beslissing.
Jij bent de baas, jij beslist.
Dat hangt van jouw beslissing af.
Je maakte een juiste beslissing.
Het was een wijs besluit.
Het oordeel van de rechter is definitief.
Ik kijk uit naar uw beslissing.
Ik stond achter de keuze van de commissie.
We besluiten alles samen.
Deze beslissing had belangrijke gevolgen.
Tom nam de verkeerde beslissing.
Tom heeft geen spijt van die beslissing.
Maria heeft haar beslissing genomen.
Zijn beslissing redde zijn leven.
Heb je een besluit genomen?
De beslissing is nog niet zeker.
Goede beslissing, over het vuur.
We moeten opschieten en besluiten.
De beslissing was ongunstig voor ons.
Beslis nog niet onmiddellijk!
De beslissing is nog niet zeker.
Ik heb die beslissing zelf genomen.
Deze beslissing zal niemand gelukkig maken.
We moeten beslissen.
Hoe heb je de beslissing gemaakt?
Wat heb je besloten?
En toen nam ik een slecht besluit.
Het is jouw beslissing, maar neem hem snel.