Examples of using "Prepare" in a sentence and their dutch translations:
- Bereid je voor om te sterven.
- Bereid u voor om te sterven.
- Bereid jullie voor om te sterven.
Bereid je voor.
Maak je klaar voor de toekomst.
Ik heb geen toespraak voorbereid.
Zou jij de salade willen maken?
Je hoeft geen formele toespraak voor te bereiden.
Je hoeft geen formele toespraak voor te bereiden.
Je moet je voorbereiden op de toekomst.
Je moet op het ergste voorbereid zijn.
Ik moet me voor het examen voorbereiden.
Scotts zus maakt graag sashimi.
Je hoeft geen formele toespraak voor te bereiden.
Ik bereid mijn gedachten ver vooruit.
Je moet op het ergste voorbereid zijn.
Wilt ge vrede, bereid u voor op oorlog.
Weet jij hoe je vis moet klaarmaken?
Hoe meer tijd een student heeft om zich voor te bereiden, des te minder tijd besteedt hij daaraan.
- Zet je schrap.
- Bereid je voor.
- Maak je klaar.
- Ge zoudt een kamer moeten klaarmaken voor de bezoeker.
- Je zou een kamer moeten klaarmaken voor de bezoeker.
Wacht eventjes. Ik zal wat voor je klaarmaken.
- Zet je schrap.
- Bereid je voor.
- Maak je klaar.
Ik dacht dat Tom het eten voor ons klaar zou maken.
We zullen ons voorbereiden op een boycot tegen West-Samoa.
Je hoeft geen formele toespraak voor te bereiden.
Zou jij de salade willen maken?
Mijn vader zal morgen lekker eten voor mij klaarmaken.
Ik heb geen presentatie voorbereid. Dus ik heb daar gewoon over opgeschept.
Want je moet je voorbereiden op de dood.
Ik wist niet echt hoe ik me daarop kon voorbereiden,
Ik moet studeren voor het examen.