Examples of using "Needn't" in a sentence and their dutch translations:
We hadden ons niet hoeven haasten.
Hij had zelf niet hoeven komen.
Op mij hoef je niet te rekenen.
Ze had niet naar de vergadering hoeven te komen.
Je hoefde niet te komen.
Je hoeft niet op te staan.
Je hoeft geen formele toespraak voor te bereiden.
Je hoeft het morgen niet af te hebben.
- We hoefden ons niet te haasten.
- We hadden ons niet hoeven haasten.
Je hoeft niet bang te zijn om fouten te maken.
Jullie hoeven niet op te staan.
- Je moet het niet meteen doen.
- Je hoeft het nu niet te doen.
- Je hoeft het niet meteen te doen.
- Je hoeft niet op te staan.
- Niet nodig dat je opstaat.
Je hoeft geen formele toespraak voor te bereiden.
Je hoeft geen formele toespraak voor te bereiden.
Ik weet dat ik een fout heb gemaakt, maar je hoeft het niet in te wrijven.
Het was niet nodig geweest de bloemen water te geven. Net toen ik klaar was, begon het te regenen.
Je moet het niet meteen doen.
Het is niet nodig deze brief te beantwoorden.