Examples of using "Peter" in a sentence and their dutch translations:
Peter houdt van Jane.
Ze kozen Peter als kapitein.
Peter is een avondmens.
Peter en Eva zijn een mooi koppel.
Peter O'Toole is mijn favoriete acteur.
Peter hoeft de vergadering niet bij te wonen.
Peter werd verliefd op het meisje.
Peter en Eva zijn een mooi koppel.
Peter improviseert graag op zijn gitaar.
Peter is Engels. Is Susan ook Engels?
Peter ziet dat de garagedeur open is.
Peter en ik gaan vaak naar de bioscoop.
Peter maakt altijd een olifant van een mug.
Wie is de jongen die Peter Pan speelt?