Examples of using "Outdoors" in a sentence and their dutch translations:
- Train in de buitenlucht.
- Oefen in de buitenlucht.
Hij speelt buiten.
Tom houdt van buiten zijn.
Tegenwoordig spelen kinderen niet buiten.
Vandaag moeten we buiten slapen.
- Smeer je in met zonnebrandcrème voordat je naar buiten gaat.
- Smeer je in met zonnebrand voordat je naar buiten gaat.
Het is koud buiten. Doe je jas aan.
Tom speelt buiten.
Niemand wil buiten werken op een koude dag.
Ze gaat zelden uit.
Niemand wil buiten werken op een koude dag.
zonder dat ze naar buiten kunnen, de zon kunnen zien, iets kunnen doen.
Tom speelt buiten.
Kinderen die veel buiten zijn, hebben minder kans op bijziendheid.
Tom speelt buiten.