Examples of using "Mask" in a sentence and their dutch translations:
Draag alstublieft een masker.
en dat babymasker is kapot.
Sami droeg een skimasker.
De politieagent draagt een gasmasker.
De man droeg een tijgermasker.
Niemand herkent haar met dit masker.
Hou ik niet van jou
Geef een mens een masker, en hij zal de waarheid zeggen.
De wereld is een groot bal waar iedereen een masker draagt.