Translation of "Policeman" in Dutch

0.008 sec.

Examples of using "Policeman" in a sentence and their dutch translations:

- I'm a policeman.
- I am a policeman.

Ik ben politieagent.

Ask the policeman.

Vraag het aan de politieagent.

Ask a policeman!

Vraag een politieman!

- John became a policeman.
- John has become a policeman.

John is politieagent geworden.

- The policeman chased the thief.
- The policeman chased the burglar.

De politieman achtervolgde de inbreker.

He became a policeman.

- Hij is politieagent geworden.
- Hij werd politieagent.

John became a policeman.

John is politieagent geworden.

Are you a policeman?

Ben je een politieagent?

The policeman was drunk.

De politieagent was dronken.

Daniël thanked the policeman.

Daniël bedankte de politieman.

- My profession is policemen.
- I'm a policeman.
- I am a policeman.

Ik ben politieagent.

- I'm a policeman.
- I am a policeman.
- I'm a police officer.

- Ik ben van de politie.
- Ik ben politieman.

Her father is a policeman.

- Haar vader is politieman.
- Zijn vader is politieagent.

The policeman chased the thief.

De politieman achtervolgde de dief.

The policeman chased the burglar.

De politieman achtervolgde de inbreker.

The man is a policeman.

De man is politieagent.

Ask the policeman the way.

Vraag de weg aan de politieagent.

- The policeman signed to me to stop.
- The policeman signaled me to stop.

De politieagent gaf me een teken om te stoppen.

- I'm a policeman.
- I am a policeman.
- I'm a police officer.
- I'm a cop.

Ik ben politieagent.

The policeman is driving the car.

De politieagent bestuurt de auto.

The policeman signaled me to stop.

De politieagent gaf me een teken om te stoppen.

The policeman visited all the houses.

De politieagent bezocht alle huizen.

The policeman signaled him to stop.

De politieagent maande hem te stoppen.

I asked a policeman for directions.

Ik vroeg de weg aan een politieman.

Tom disguised himself as a policeman.

Tom verkleedde zich als politieagent.

The policeman shot into the air.

- De politieagent heeft in de lucht geschoten.
- De politieagent schoot in de lucht.

There's a policeman at the door.

Er is een politieagent aan de deur.

- The policeman must say, "It's the law."
- The policeman must say, "It is the law."

De politieagent moet zeggen "Zo luidt de wet."

The policeman is wearing a gas mask.

De politieagent draagt een gasmasker.

The policeman saved the child from drowning.

De agent redde het kind van de verdrinkingsdood.

He got away disguised as a policeman.

Hij ontsnapte, verkleed als politieagent.

The policeman signed to me to stop.

De politieagent gaf me een teken om te stoppen.

- The thief took flight when the policeman saw him.
- The robber ran away when the policeman saw him.

De dief zette het op een lopen wanneer de politieagent hem zag.

The policeman was confronted by the angry mob.

De politieagent werd geconfronteerd met de boze menigte.

The policeman caught the man by the arm.

De politieman greep de man bij de arm.

The policeman aimed his gun at the man.

De politieagent richtte zijn pistool op de man.

The policeman took the knife from the boy.

De politieman nam de jongen het mes af.

The policeman shone his flashlight into the house.

De politieagent scheen met zijn zaklantaarn in het huis.

When Tom saw the policeman, he ran away.

Toen Tom de politieman zag, rende hij weg.

Ask the policeman where St. James Square is.

Vraag aan de politieagent waar het Sint-Jakobsplein is.

The policeman spoke to a man on the street.

De politieman sprak met een man op straat.

The thief ran away when he saw a policeman.

De dief liep weg toen hij een politieman zag.

The policeman separated the two men who were fighting.

De politieagent haalde de twee vechtende mannen uit elkaar.

The thief took flight when the policeman saw him.

De dief zette het op een lopen wanneer de politieagent hem zag.

"What are you going to do with the money?", asked the policeman.

Wat ga je met het geld doen, vroeg de politieagent.

He asked the policeman how many people had been killed in traffic accidents the previous day.

Hij vroeg aan de politieman hoeveel mensen de vorige dag omgekomen waren bij verkeersongevallen.