Examples of using "Lips" in a sentence and their dutch translations:
Hun lippen raakten elkaar.
- Je lippen zijn rood.
- Jouw lippen zijn rood.
Hij had bleke lippen.
Zijn lippen waren bleek.
Jouw lippen zijn blauw.
Van praat komt praat.
U heeft mooie lippen.
Zijn lippen waren zacht.
Haar lippen waren zacht.
In de winter barsten onze lippen.
Maak je geen zorgen! Mijn lippen zijn verzegeld.
Hij bracht zijn lippen naar de hare.
In de winter barsten onze lippen.
Op de lippen te worden gekust, maakt me gelukkig.
Heb je wat lipbalsem? Mijn lippen zijn droog.
Ik hou ervan wanneer je me op de lippen kust. Neen, op de wang.
Hij legde zijn vinger op zijn lippen als teken om stil te zijn.
Laat ons hopen!
Je moet zo doen... Het moet leeg klinken.
Sadako wou er nog meer aan toevoegen, maar haar lippen wouden niet meer bewegen.
Dus om rijpheid te controleren, knijpt hij in de vijgen met zijn lippen.
Zwarte Piet zijn huid is zwart geverfd, hij draagt gouden oorbellen, heeft grote rode lippen,