Translation of "Lemon" in Dutch

0.008 sec.

Examples of using "Lemon" in a sentence and their dutch translations:

The lemon is yellow.

De citroen is geel.

I'm eating a lemon.

Ik eet een citroen.

I ate your lemon.

Ik heb jouw citroen opgegeten.

This salad tastes of lemon.

Deze salade smaakt naar citroen.

A tea with lemon, please.

Een thee met citroen, alstublieft.

- Lemon is sour.
- Lemons are sour.

Citroenen zijn zuur.

I never drink tea with lemon.

Ik drink nooit thee met citroen.

Tea with lemon for me, please.

Voor mij thee met citroen alstublieft.

Use lemon juice instead of vinegar.

Gebruik citroensap in plaats van azijn.

Please add lemon flavor to the tea.

Voeg wat citroensmaak aan de thee toe.

In my garden is a lemon tree.

In mijn tuin staat een citroenboom.

Tom has a lemon tree in his backyard.

Tom heeft een citroenboom in zijn achtertuin.

The lemon has a flavor all of its own.

De citroen heeft een eigen smaak.

I feel better when I drink hot lemon juice.

Ik voel me beter wanneer ik warm citroensap drink.

She squeezed the lemon as hard as she could.

Ze kneep de citroen zo hard als ze kon.

Lemons grow on lemon trees and oranges on orange trees.

Citroenen groeien aan citroenbomen en sinaasappels aan sinaasappelbomen.