Examples of using "Tastes" in a sentence and their dutch translations:
Dit smaakt goed.
Smaken verschillen.
Het smaakt naar kip.
Het smaakt naar kip.
Dit medicijn smaakt bitter.
Dit water smaakt lekker.
Die melk heeft een rare smaak.
Over smaak valt niet te twisten.
Maar hij smaakt goed.
- Akkoord.
- Dat is oké.
- Het is heerlijk.
- Het is lekker.
Smaken verschillen.
Dat smaakt vreselijk.
- Chocola smaakt zoet.
- Chocola is zoet.
Dit smaakt beschimmeld.
Gras smaakt wrang.
Alles is lekker!
Zeewater smaakt zout.
Dit is erg lekker.
Het is erg lekker.
- Dit medicijn smaakt bitter.
- Het medicament smaakt bitter.
Het vlees smaakt slecht.
De melk smaakt zuur.
De appel smaakt zoet.
- De koek smaakt zoet.
- De cake smaakt zoet.
Dit sap smaakt zuur.
Deze soep smaakt lekker.
Dat smaakt naar thee.
Dat smaakt echt lekker!
- Deze wijn is erg lekker.
- Deze wijn smaakt fantastisch.
Dit medicijn smaakt bitter.
Dit is erg lekker.
Dit smaakt naar kip.
Dat water smaakt goed.
Dit water smaakt goed.
Deze kalkoen smaakt goed.
Deze appel smaakt zuur.
Deze yoghurt smaakt vreemd.
Deze wijn smaakt goed.
Dit bier smaakt bitter.
- De vrucht is zoet.
- Het fruit smaakt zoet.
Deze koffie smaakt bitter.
Deze thee smaakt goed.
Die melk heeft een rare smaak.
Dat smaakt naar kip.
Tom heeft een dure smaak.
Dit is erg lekker.
Mary heeft een dure smaak.
Die melk heeft een rare smaak.
Deze salade smaakt naar citroen.
Mary heeft geen dure smaak.
Haring smaakt lekker met aardappel.
Welk vlees smaakt het beste?
De soep smaak naar look.
Dit is erg lekker.
Die melk heeft een rare smaak.
en geuren en smaken en emoties.
Het smaakt een beetje naar karton.
Het smaakt als sla met prikkels.
want ze smaakt zo lekker.
Dit smaakt goed.
Tom vindt dat het naar kip smaakt.
Als je honger hebt, smaakt alles goed.
Tom heeft een goede muzieksmaak.
Over smaak valt niet te twisten.
Versgeperst sinaasappelsap smaakt erg lekker.