Examples of using "Kings" in a sentence and their dutch translations:
We waren koningen.
Koningen hebben lange armen.
...zijn leeuwen de koningen van de nacht.
Sagas of Kings; er is Fornaldarsögur, sagen van weleer.
In het echt zijn koningen machtig, maar met schaken zijn ze vrijwel nutteloos.
een Duitse staat die toebehoorde aan de Hannoveraanse koningen van Groot-Brittannië, met wie Frankrijk opnieuw in oorlog was.
Reeds meer dan achthonderd jaar wonen er in Transilvanië Duitse inwijkelingen voornamelijk uit de Moezel- en de Rijnstreek onder het bewind van de Hongaarse koningen, het Habsburgse Rijk en het communisme van Ceaușescu.