Examples of using "Foolish" in a sentence and their dutch translations:
Hoe dom!
- Je ziet er dwaas uit.
- U ziet er dwaas uit.
- Jullie zien er dwaas uit.
Hij is gek.
Tom is dwaas.
- Tom voelde zich dwaas.
- Tom voelde zich belachelijk.
- Ik was dwaas.
- Ik was idioot.
- Ik was mal.
- Ik was gek.
- Ik was zot.
- Ik was stom.
Zeg zo geen dwaze dingen.
Tom gaf toe dat hij stom was geweest.
Tom gaf toe dat hij stom was geweest.
Dat is stom.
Zijn belachelijke voorstel werd unaniem aangenomen.
- Onzin!
- Dat is flauwekul!
- Schei toch uit!
Zeg zo geen dwaze dingen.
Hoe dom ben ik, hem te geloven!
- Ik was dom genoeg om hem te geloven.
- Ik was zo dom om hem te geloven.
Het was dwaas van je om dat nog eens te doen.
Is hij zo dom dat hij zoiets gelooft?
Is ze zo dom, dat ze dat gelooft?
Hij is niet dommer dan jij.
Ik besloot niet zoiets doms te doen.
Het was dom van je om zijn aanbod aan te nemen.
Het was dom van hem om zoiets te doen.
Het is dom van je om te gaan zwemmen terwijl het zo koud is.
Dat is stom.
Hij is niet dommer dan jij.
Door een dwaas hoofd lijden de benen.
Het is dom van u, een luchtkasteel te bouwen en ondertussen te vergeten palen in te heien voor de grondvesten.