Examples of using "Daylight" in a sentence and their dutch translations:
Het wordt minder licht.
De zomertijd begint op drie april.
Een onschuldige voorbijganger werd op klaarlichte dag doodgeschoten.
De dieven hebben een stoutmoedige diefstal gepleegd bij daglicht.
Of misschien kan hij overdag niet genoeg voedsel vinden.
Maar het was tijdens de dag, terwijl hij aan het werk was... ...dat marinebioloog Richard Fitzpatrick ten prooi viel aan een boze zee-egel.