Examples of using "Condom" in a sentence and their dutch translations:
- Het condoom is kapot.
- Het condoom ging kapot.
Ons condoom ging kapot.
Ik heb een condoom nodig.
Tom gebruikt altijd een condoom.
Heb je een condoom?
Heeft hij geen condoom gebruikt?
Heeft hij een condoom gebruikt?
Ik had een condoom moeten gebruiken.
Trek de voorhuid naar achter voor je het condoom omdoet.
Heb je een condoom?
Als je vrijt zonder condoom kan je gemakkelijk een ziekte oplopen.
Ah, nu herinner ik het mij. Ik gebruikte een condoom; iets dat ik zelden, of juister gezegd bijna nooit doe.