Translation of "Zoons" in Spanish

0.003 sec.

Examples of using "Zoons" in a sentence and their spanish translations:

Hij had drie zoons.

Él tenía tres hijos.

We hebben twee zoons.

Tenemos dos hijos.

Hij heeft twaalf zoons.

- Él tiene doce hijos.
- Él tiene 12 hijos.

Ik heb drie zoons.

Tengo tres hijos.

Zijn zoons doen wat ze willen.

Sus hijos hacen lo que se les antoja.

Maar zijn zoons, 'de zwijntjes', waren heel echt.

Pero sus hijos, 'los cerdis', eran muy reales.

- Hij heeft twaalf zoons.
- Hij heeft twaalf kinderen.

- Él tiene doce hijos.
- Él tiene 12 hijos.

- Wij hebben twee kinderen.
- We hebben twee zoons.

Tenemos dos hijos.

- Ik heb twee zonen.
- Ik heb twee zoons.

Tengo dos hijos.

Hij heeft twee zoons die nog niet naar school gaan.

Él tiene dos hijos, que todavía no van a la escuela.

Zijn moeder had drie zoons, waarvan hij de jongste was.

Su madre tenía tres hijos, de los cuales él era el más joven.

En knorrend, maar wat het betekent is 'mijn zoons zullen komen, en wat ze je aandoen

y oink, pero lo que significa es 'mis hijos van a venir, y lo que te

- Mijn zus heeft twee zoons, dus ik heb twee neven.
- Mijn zuster heeft twee zonen, dus ik heb twee neven.

Mi hermana tiene dos hijos, así que yo tengo dos sobrinos.