Translation of "Wenen" in Spanish

0.009 sec.

Examples of using "Wenen" in a sentence and their spanish translations:

In Wenen, Oostenrijk...

En Viena, Austria,

Ik zou willen wenen.

Tengo ganas de llorar.

Ze begon te wenen.

- Ella rompió a llorar.
- Empezó a llorar.
- Ella se puso a llorar.
- Ella empezó a llorar.

Je zal snel wenen.

Estarás llorando dentro de poco.

Ik deed hem wenen.

- Lo hice llorar.
- Le hice llorar.

Het meisje begon te wenen.

La niña rompió en llanto.

Tom is opgehouden met wenen.

- Tom paró de llorar.
- Tom dejó de llorar.
- Tom ha dejado de llorar.

Zij doet niets anders dan wenen.

- No hace más que llorar.
- Ella no hace nada más que llorar.

Hij doet niets anders dan wenen.

No hace más que llorar.

Ze viel en begon onmiddellijk te wenen.

Se cayó y en seguida se puso a llorar.

In de toneelschool heb ik leren wenen.

Aprendí a llorar en una escuela de interpretación.

- Ik zou willen wenen.
- Ik wil huilen.

- Tengo ganas de llorar.
- Quiero llorar.

De kinderen wenen omdat ze willen eten.

Los niños lloran porque quieren comer.

Onze muziekleraar raadde me aan Wenen te bezoeken.

Nuestro profesor de música me aconsejó visitar Viena.

- Probeer niet te huilen.
- Probeer niet te wenen.

Intenta no llorar.

Ze draaide zich om en begon te wenen.

Ella se volvió y comenzó a llorar.

- Wat ge ook zegt, ge zult haar doen wenen.
- Je brengt ze aan het wenen, wat je ook zegt.

Vas a hacerla llorar no importa que digas.

Ik weet niet of ik moet lachen of wenen.

No sé si reír o llorar.

Toen ze het nieuws hoorde begon ze te wenen.

Al oír las noticias se puso a llorar.

Ik weet niet of ik moet wenen of lachen.

No sé si debería llorar o reír.

De hamsters van Wenen zitten gevangen en kunnen nergens heen.

Los hámsteres de Viena están atrapados y no tienen adónde ir.

- Ik zou willen wenen.
- Ik heb zin om te huilen.

- Tengo ganas de llorar.
- Me están entrando ganas de llorar.

In 1683 belegerden de Turken Wenen voor de tweede maal.

En 1683, los turcos asediaron Viena por segunda vez.

- Ik deed hem wenen.
- Ik maakte hem aan het huilen.

- Lo hice llorar.
- Le hice llorar.

- Hij doet niets anders dan wenen.
- Zij doet niets anders dan wenen.
- Ze doet niet anders dan huilen.
- Hij doet niet anders dan huilen.

No hace más que llorar.

- De dreumes stopte met wenen.
- De baby hield op met huilen.

El bebé dejó de llorar.

- Wenen dient tot niets.
- Huilen heeft geen zin.
- Huilen zal niet helpen.

- Llorar no sirve de nada.
- Llorar no va a ayudar.

De jongen probeerde een man te zijn en dus niet te wenen.

El niño intentó ser un hombre y no llorar.

- Wenen zal niet helpen.
- Huilen heeft geen zin.
- Huilen zal niet helpen.

Llorar no va a ayudar.

Napoleon bij Wenen te voegen . Maar bij de grote slag bij Wagram bleven zijn troepen in de reserve,

Napoleón cerca de Viena. Pero en la gran batalla de Wagram, sus tropas permanecieron en reserva,

- Zij doet niets anders dan wenen.
- Ze doet niet anders dan huilen.
- Hij doet niet anders dan huilen.

No hace más que llorar.

Hij bracht de rest van zijn leven in ballingschap door en werd tijdens zijn verblijf in Wenen tutor van

Pasó el resto de su vida en el exilio, convirtiéndose en tutor, mientras estaba en Viena,

- Toen ze haar moeder zag, begon het meisje te wenen.
- Toen ze haar moeder zag, begon het meisje te huilen.

Cuando vio a su mamá, la niña se puso a llorar.