Translation of "Wachtwoord" in Spanish

Wachtwoord?

¿Contraseña?

Geef het wachtwoord.

Dé la contraseña.

- Ik ben mijn wachtwoord vergeten.
- Ik ben mijn wachtwoord vergeten!

- Me he olvidado de la contraseña.
- Olvidé mi contraseña.

Het wachtwoord is "Muiriel".

La contraseña es "Muiriel".

Een wachtwoord is vereist.

Se requiere una contraseña.

Wat is het wachtwoord?

¿Cuál es la contraseña?

Het wachtwoord is lang.

La contraseña es larga.

Ik had het woord "wachtwoord" niet als mijn wachtwoord moeten gebruiken.

No debería haber usado la palabra "contraseña" como contraseña.

Het huidige wachtwoord is "eosdigital".

La contraseña actual es "eosdigital".

Ik ben het wachtwoord vergeten.

Olvidé mi contraseña.

„123456” is een dikwijls gebruikt wachtwoord.

"123456" es una contraseña usada a menudo.

God bestaat, maar hij vergat het wachtwoord.

Dios existe pero olvidó la contraseña.

Tom kan zijn wachtwoord niet meer herinneren.

Tom no recuerda su contraseña.

Het wachtwoord dat u hebt ingetikt, is ongeldig.

La contraseña que ha introducido no es válida.

Ik denk dat iemand mijn wachtwoord gestolen heeft.

Creo que alguien me ha robado mi contraseña.

Kunt u met het wifi-wachtwoord geven, alstublieft?

¿Me podrías decir la contraseña del Wi-Fi, por favor?

Ik weet niet of ik zulk lang wachtwoord kan onthouden.

No sé si puedo memorizar esta enorme contraseña.

Je kan alleen binnen komen als je ons wachtwoord weet.

Puedes entrar solamente si conoces nuestra contraseña.

Een goed wachtwoord moet moeilijk te raden zijn maar gemakkelijk te onthouden.

Una buena contraseña debería ser difícil de adivinar pero fácil de recordar.