Translation of "Gebruiken" in German

- Ga jij dit gebruiken?
- Ga je dit gebruiken?
- Gaat u dit gebruiken?
- Gaan jullie dit gebruiken?

- Wirst du das verwenden?
- Wirst du das benutzen?

- Ga jij dit gebruiken?
- Ga je dit gebruiken?
- Gaan jullie dit gebruiken?

Wirst du das verwenden?

- Ga jij dit gebruiken?
- Gebruik je het?
- Ga je dit gebruiken?
- Gaat u dit gebruiken?
- Gaan jullie dit gebruiken?

- Wirst du das verwenden?
- Wirst du das benutzen?

Welke gebruiken we?

Was nutzen wir?

Gebruiken vertalers Tatoeba?

Benutzen Übersetzer Tatoeba?

- Mag ik uw pen gebruiken?
- Mag ik jouw pen gebruiken?
- Mag ik jullie pen gebruiken?

- Darf ich deinen Kuli benutzen?
- Kann ich deinen Stift benutzen?

- Ge kunt mijn woordenboek gebruiken.
- Je kan mijn woordenboek gebruiken.
- U kunt mijn woordenboek gebruiken.

- Sie können mein Wörterbuch verwenden.
- Du kannst mein Wörterbuch verwenden.
- Du kannst mein Wörterbuch benutzen.

- Zou ik je telefoon mogen gebruiken?
- Mag ik je telefoon gebruiken?
- Mag ik jouw telefoon gebruiken?

- Darf ich dein Telefon benutzen?
- Darf ich Ihr Telefon benutzen?
- Darf ich euer Telefon benutzen?
- Könnte ich bitte dein Telefon benutzen?
- Kann ich mal dein Telefon benutzen?
- Dürfte ich Ihr Telefon benutzen?

- Mag ik je telefoon gebruiken?
- Mag ik jouw telefoon gebruiken?

Darf ich dein Telefon benutzen?

- Kan ik je woordenboek gebruiken?
- Mag ik je woordenboek gebruiken?

Kann ich dein Wörterbuch benutzen?

- Je mag mijn woordenboek gebruiken.
- Jullie mogen mijn woordenboek gebruiken.

- Du kannst mein Wörterbuch verwenden.
- Du kannst mein Wörterbuch benutzen.

Maar gebruiken geen anticonceptie.

aber nutzen keine Empfängnisverhütung.

Mag ik dit gebruiken?

Darf ich das hier benutzen?

Daarvoor gebruiken ze 'projectie'.

Um dies zu erreichen, benutzen sie ein Verfahren, das Projektion genannt wird.

Tom zal geweld gebruiken.

Tom wird Gewalt anwenden.

Ik moet medicijnen gebruiken.

- Ich muss Medikamente nehmen.
- Ich muss Medizin einnehmen.

Ga jij dit gebruiken?

Wirst du das benutzen?

- Zou ik je telefoon mogen gebruiken?
- Mag ik jouw telefoon gebruiken?

Darf ich euer Telefon benutzen?

...en die als lokaas gebruiken.

als Köder verwenden

Dus je wilt berkenbast gebruiken?

Du willst also die Rinde dieser Birke verwenden?

Ik kan een gloeistaaf gebruiken.

Ich könnte einen dieser Leuchtstäbe verwenden.

Mag ik deze fiets gebruiken?

Kann ich das Fahrrad benutzen?

Je mag mijn jacht gebruiken.

Du kannst meine Yacht benutzen.

Mag ik jouw potlood gebruiken?

- Darf ich Ihren Bleistift benutzen?
- Darf ich deinen Bleistift benutzen?

Kan ik mijn ziekteverzekering gebruiken?

Kann ich auf meine Krankenversicherung zurückgreifen?

Mag ik jouw telefoon gebruiken?

Kann ich dein Telefon benutzen?

Mag ik je telefoon gebruiken?

Darf ich dein Telefon benutzen?

Wil je de mijne gebruiken?

- Willst du meine benutzen?
- Willst du meins benutzen?
- Willst du meinen benutzen?

Waarvoor ga je het gebruiken?

- Wofür wirst du es benutzen?
- Wofür wirst du ihn benutzen?
- Wofür wirst du sie benutzen?
- Wofür werden Sie es benutzen?
- Wofür werden Sie ihn benutzen?
- Wofür werden Sie sie benutzen?
- Wofür werdet ihr es benutzen?
- Wofür werdet ihr ihn benutzen?
- Wofür werdet ihr sie benutzen?

- Niet opnieuw gebruiken!
- Niet hergebruiken!

Nicht wiederverwenden!

Mag ik dit potlood gebruiken?

Darf ich diesen Bleistift benutzen?

Mag ik uw potlood gebruiken?

Darf ich Ihren Bleistift benutzen?

Mag ik jouw computer gebruiken?

Darf ich mal deinen Rechner benutzen?

Kan ik een MasterCard gebruiken?

- Nehmen sie Mastercard?
- Kann ich per Mastercard zahlen?

Ik moet het woordenboek gebruiken.

Ich muss das Wörterbuch benutzen.

Kan ik dit woordenboek gebruiken?

Darf ich dieses Wörterbuch benutzen?

Mogen wij het talenpracticum gebruiken?

Können wir das Sprachlabor benutzen?

Kan ik deze winkelwagen gebruiken?

Kann ich diesen Einkaufswagen benutzen?

- Kunt gij een computer gebruiken?
- Weet jij hoe je een computer moet gebruiken?

- Verstehst du es, einen Computer zu verwenden?
- Kannst du einen Computer bedienen?
- Weißt du, wie man einen Rechner benutzt?

Of ik kan mijn thermosfles gebruiken...

Oder... ...ich verwende meine Feldflasche,

Je kunt zand gebruiken... ...als gravel.

Man kann aber etwas Sand nehmen und verstreuen.

En het gebruiken voor hun opbouw.

und verwenden es zum Wachstum.

Mag ik je woordenboek even gebruiken?

Kann ich einmal kurz dein Wörterbuch benutzen?

Je mag mijn nieuwe auto gebruiken.

- Du darfst meinen neuen Wagen benutzen.
- Du darfst meinen neuen Wagen nehmen.

Je mag altijd mijn woordenboek gebruiken.

Du darfst mein Wörterbuch immer benutzen.

Alleen zij kan de computer gebruiken.

- Nur sie kann den Computer benützen.
- Nur sie kann den Computer benutzen.

Wij gebruiken woorden om te communiceren.

Wir kommunizieren mit Hilfe von Wörtern.

Kunt gij een computer nuttig gebruiken?

Verstehst du es, einen Computer zu verwenden?

Je mag mijn pen niet gebruiken.

Du darfst meinen Stift nicht benutzen.

Ik zou wat advies kunnen gebruiken.

Ich könnte einen Rat gebrauchen.

Ik had een condoom moeten gebruiken.

Ich hätte ein Kondom benutzen sollen.

Zij kunnen deze wasmachine niet gebruiken.

Sie können diese Waschmaschine nicht benutzen.

- Mag ik je woordenboek even?
- Kan ik je woordenboek gebruiken?
- Mag ik je woordenboek gebruiken?

Kann ich dein Wörterbuch benutzen?

We kunnen een boom als deze gebruiken.

Wir könnten einfach diesen Baum hier nutzen

Ik zou wel wat energie kunnen gebruiken.

Ich könnte eine kleine Stärkung vertragen.

...gebruiken we latexhandschoenen. En dit potje. Oké.

Wir nehmen diesen Latex-Handschuh und hier habe ich ein kleines Gefäß. Okay.

Is trouwens niet door slaappillen te gebruiken.

ist übrigens, keine Schlaftabletten zu benutzen.

Misschien kunnen we de sterke zon gebruiken.

Vielleicht geht es mit der starken Sonne.

Ik liet Tom niet mijn tandenborstel gebruiken.

Ich ließ Tom nicht meine Zahnbürste benutzen.

Ben je van plan dat te gebruiken?

Hast du vor, das zu benutzen?

Tegenwoordig gebruiken niet veel studenten nog potloden.

Nur wenige Studenten benutzen heutzutage Bleistifte.

Ik ga vandaag de verwarming niet gebruiken.

Ich verwende heute das Heizgerät nicht.

Veel talen gebruiken letters met diakritische tekens.

- Viele Sprachen benutzen Buchstaben mit diakritischen Zeichen.
- Viele Sprachen benutzen Buchstaben mit Akzenten.

De hersenen gebruiken 25% van de lichaamsenergie.

Das Gehirn verbraucht 25 % der Körperenergie.