Translation of "Vertrokken" in Spanish

0.005 sec.

Examples of using "Vertrokken" in a sentence and their spanish translations:

- Ze zijn vertrokken.
- Zij zijn vertrokken.

- Se han ido.
- Han salido.

Hij is vertrokken.

Él salió.

Ze is haastig vertrokken.

Ella salió de acá apurada.

Gisteravond zijn ze vertrokken.

Ellos partieron anoche.

Hij is al vertrokken.

Ya se marchó.

Ze is net vertrokken.

- Ella acaba de salir.
- Se acaba de ir.
- Acaba de salir.

Tom is net vertrokken.

Tom se acaba de ir.

De bus is net vertrokken.

El bus acaba de partir.

Ze vertrokken om te picknicken.

Se fueron a un picnic.

Werkelijk? Wanneer is hij vertrokken?

¿De veras? ¿Cuándo se fue?

De trein is al vertrokken.

- El tren ya se fue.
- El tren ya partió.

Hij is drie dagen geleden vertrokken.

Él se fue hace tres días.

- Ze is weg.
- Ze is vertrokken.

Ella salió.

- Hij is vertrokken.
- Hij is weg.

- Él salió.
- Se piró.
- Se marchó.

Tom is een paar minuten geleden vertrokken.

Tom se ha ido hace unos minutos.

De kinderen zijn al naar school vertrokken.

Los niños ya se fueron a la escuela.

- Hij is al vertrokken.
- Hij is al weg.

Ya se marchó.

Glimlachend vertrokken ze allebei naar hun schitterende toekomst.

Sonriendo marcharon ambos hacia su maravilloso futuro.

Voor enkele dagen is ze op reis vertrokken.

Ella salió de viaje hace algunos días.

Mijn moeder is thuis vertrokken tien minuten geleden.

Mi madre salió de casa hace diez minutos.

De meeste Nederlanders in Nieuw-Amsterdam vertrokken niet.

La mayoría de los holandeses en Nueva Amsterdam no se fueron.

De mensen die gisteren vertrokken komen uit Schotland.

La gente que se fue ayer era de Escocia.

Mijn zus is naar Italië vertrokken om te studeren.

Mi hermana se fue a estudiar a Italia.

Toen ik aankwam bij de halte, was de bus al vertrokken.

El bus ya había salido para cuando yo llegué a la parada.

Zijn auto is niet hier, dus moet hij wel vertrokken zijn.

Su auto no está acá, así que se debe haber ido.

Onze trein was al vertrokken toen we op het station aankwamen.

Nuestro tren ya se había ido cuando llegamos a la estación.

- Hij is op de fiets gegaan.
- Hij is met de fiets vertrokken.

Fue en bicicleta.

- De kinderen zijn al naar school vertrokken.
- De kinderen zijn al naar school.

Los niños ya se fueron a la escuela.

- Hij is met de noorderzon vertrokken.
- Hij verdween zonder een spoor achter te laten.

Desapareció sin dejar rastro.

- Voor enkele dagen is ze op reis vertrokken.
- Ze is enkele dagen geleden afgereisd.

Ella se fue de viaje hace algunos días.

- Hij is met de noorderzon vertrokken.
- Hij is spoorloos verdwenen.
- Hij is zonder enig spoor verdwenen.

Desapareció sin dejar rastro.

- Hij is met de noorderzon vertrokken.
- Hij is spoorloos verdwenen.
- Hij verdween zonder een spoor achter te laten.
- Hij is zonder enig spoor verdwenen.

- Desapareció sin dejar rastro.
- Desapareció sin rastro.
- Desapareció sin dejar huella.