Translation of "Uitleggen" in Spanish

0.006 sec.

Examples of using "Uitleggen" in a sentence and their spanish translations:

- Ik kan uitleggen.
- Ik kan het uitleggen.

Yo puedo explicar.

Laat het me uitleggen.

Lo explicaré.

Tom moet dingen uitleggen.

Tom tiene cosas que explicar.

Laat me het uitleggen.

Déjame explicar.

Ik kan alles uitleggen.

Puedo explicarlo todo.

Maar eerst moet ik uitleggen

pero primero debería señalar

Laat ik dit anders uitleggen.

Así que déjenme plantear esto de manera diferente.

Hoe kan ik het uitleggen?

¿Cómo explicarlo?

Ik kan het niet uitleggen.

No puedo explicar.

Wie kan mij dit uitleggen?

¿Quién me puede explicar esto?

Schat, ik kan het uitleggen.

Cariño, puedo explicarlo.

Zal ik jullie er een uitleggen:

y una que les voy a explicar,

Ik kan nu niet alles uitleggen.

No puedo explicar todo ahora.

Ik zal het aan hem uitleggen.

Se lo explicaré a él.

Ik moet een paar dingen uitleggen.

Tengo que explicar un par de cosas.

Hoe moet ik je dat uitleggen?

¿Cómo tengo que explicárselo?

Het uitleggen van elk feit duurde lang.

La explicación de cada hecho tomó harto tiempo.

Ik kan het je nu niet uitleggen.

No te lo puedo explicar ahora.

De verpleegster zal je uitleggen hoe dat moet.

La enfermera te dirá cómo hacerlo.

Laat mij je het stap voor stap uitleggen.

Déjame explicártelo paso por paso.

Ik weet niet hoe ik het moet uitleggen.

No sé cómo explicarlo.

Ik kan het verschil tussen die twee niet uitleggen.

No puedo explicar la diferencia entre esos dos.

Ik zal het volgende week tot in detail uitleggen.

La semana que viene lo explicaré en detalle.

Kun je me de betekenis van deze zin uitleggen?

¿Puedes esclarecerme el sentido de esa frase?

Als je me laat spreken, dan kan ik alles uitleggen.

Si me dejas hablar, podré explicar todo.

Ik weet zeker dat Tom het je ooit zal uitleggen.

Estoy seguro de que Tom te lo explicará en algún momento.

Kom bij mijn kantoor langs, zo zal ik het je uitleggen.

Ven a verme a la oficina, así te lo explicaré.

Tom vond dat hij moest uitleggen waarom hij te laat was.

Tom sintió que necesitaba explicar por qué venía atrasado.

Ik zou het je kunnen uitleggen maar je hersens zouden exploderen.

Te lo explicaría, pero tu cerebro se reventaría.

- Ik kan het ook niet verklaren.
- Ik kan het ook niet uitleggen.

- Tampoco lo puedo explicar.
- No puedo explicarlo tampoco.
- Yo tampoco lo puedo explicar.
- Yo tampoco puedo explicarlo.

Kunt u me uitleggen waarom er in bijna elk dorp twee kerken zijn?

¿Me puede explicar por qué en casi todos los pueblos hay dos iglesias?

- Ik weet niet hoe ik het moet uitleggen.
- Ik weet niet hoe het te verklaren.

No sé cómo explicarlo.

- Ik kan het je onmogelijk uitleggen.
- Het is me onmogelijk het je uit te leggen.

Es imposible para mí explicártelo.

- De leraar verklaarde ons de betekenis van dat woord.
- De leraar zal ons de betekenis van het woord uitleggen.

El profesor nos explicó el significado de la palabra.