Translation of "Ongelijk" in Spanish

0.008 sec.

Examples of using "Ongelijk" in a sentence and their spanish translations:

Had ik ongelijk?

- ¿Estaba equivocado?
- ¿Acaso estaba equivocado?
- ¿Estaba equivocada?

Ze heeft ongelijk.

- Ella no tiene la razón.
- Ella está equivocada.

- De afwezigen hebben altijd ongelijk.
- Afwezigen hebben altijd ongelijk.

Los ausentes siempre son los malos.

Afwezigen hebben altijd ongelijk.

Los ausentes siempre son los malos.

Hij heeft niet geheel ongelijk.

Él no está totalmente equivocado.

Bah! Ge hebt helemaal ongelijk!

¡Chuta! ¡Estás totalmente equivocado!

Ik heb niet helemaal ongelijk.

No estoy del todo equivocado.

Ik weet dat ik ongelijk heb.

Sé que estoy equivocado.

In dit geval heb je ongelijk.

- En este caso te equivocas.
- En este caso estás equivocado.

Ik ben zeker dat hij ongelijk heeft.

Estoy seguro de que se equivoca.

Hij heeft toegegeven ongelijk gehad te hebben.

Él admitió que estaba equivocado.

- Tom heeft het mis.
- Tom heeft ongelijk.

Tom está equivocado.

Ik weet zeker dat hij ongelijk heeft.

Estoy seguro de que se equivoca.